
Vorige week heeft de regering een beslissing genomen, waardoor de meewerkende echtgenoten (overwegend vrouwen) toegang krijgen tot het minimumpensioen. Dit is zeer belangrijk. Na meer dan 15 jaar is er uiteindelijk een oplossing gekomen voor de vele vrouwen die jaren meegewerkt hebben op het familiaal land - of tuinbouwbedrijf en die geen eigen pensioenrechten konden doen gelden.
Echtgenoten die meewerken op het familiaal bedrijf, en die geen andere sociale bescherming hebben, moeten sinds 1 juli 2005 sociale bijdragen betalen voor het zogenaamde maxistatuut. Alleen de vrouwen die op die datum ouder waren dan 50 jaar konden vrijwillig toetreden. Maar de vrouwen die op 1 juli 2005 tussen de 35 en de 50 jaar oud waren konden nooit aan een eigen loopbaan van 30 jaar komen. Daarom leverde de door hen betaalde sociale bijdrage geen bijkomend pensioen op bovenop het gezinspensioen, waarop het gezin toch al recht had - ook al zou het maxistatuut nooit bestaan hebben. Deze groep van vrouwen hebben vele jaren een eigen sociale bijdrage betaald, die bij de pensionering niets blijkt op te leveren. Om recht te hebben op een minimumpensioen was immers een loopbaanvoorwaarde van 30 jaar vereist. Door het feit dat deze vrouwen ook gewerkt hebben voor 1 juli 2005 maar toen niet konden aansluiten bij het sociaal statuut, konden ze niet voldoen aan deze loopbaanvoorwaarde van 30 jaar. De betaalde sociale bijdragen waren dan ook verloren. Dit was een grote onrechtvaardigheid. De Boerenbond en Ferm hebben jarenlang geijverd om voor dit probleem een oplossing uit te werken. Samen met Ferm en de parlementsleden Nathalie Muylle en Leen Dierick hebben wij in de voorbije jaren tal van voorstellen tot oplossing gedaan. Minister Clarinval bevoegd voor Middenstand en Landbouw heeft ook zeer sterk geijverd voor een regeling. Wij willen iedereen die er toe bijgedragen heeft in naam van vele vrouwen uit de land - en tuinbouw van harte danken.
Om in aanmerking te komen voor een minimumpensioen als meewerkende echtgenoot, zijn door de regeringsbeslissing de voorwaarden aangepast voor de meewerkende echtgenoten die geboren zijn tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968 en die verplicht zijn geweest om zich aan te sluiten bij het maxistatuut vanaf 1 juli 2005. Voor deze groep van vooral vrouwen wordt de voorwaarde van een 30 jarige loopbaan vervangen door de voorwaarde dat ze een loopbaan van 2/3 aantonen, in de periode vanaf 1 januari 2003 tot het kwartaal waarin hun rustpensioen ingaat. Voor de vrouwen die vanaf 2023 met pensioen kunnen gaan, gaat het dus over een loopbaan van 2/3 van de periode van 1 januari 2003 tot het kwartaal waarop het pensioen ingaat. Hun loopbaan kan dus een stuk korter zijn dan de vroegere 30 Jaar. Door deze beslissing zal het eigen pensioen van de meewerkende echtgenoot opgeteld bij het alleenstaande pensioen van de partner, hoger zijn dan het gezinspensioen. Door deze aanpassing zal de eigen betaalde bijdrage als meewerkende echtgenoot ook een pensioen opleveren, waardoor het gezin meer pensioen zal ontvangen dan het gezinspensioen. Er moet geen extra bijdrage betaald te worden en er moeten geen jaren worden afgekocht om in aanmerking te komen voor deze maatregel. De nieuwe maatregel gaat in op 1 januari 2023. Het wetsontwerp wordt nu verstuurd naar het parlement om goedgekeurd te worden dit najaar.
Boerenbond en Ferm zijn zeer tevreden met deze beslissing. Wij zullen daarop uitgebreid terugkomen, wanneer dit wetsontwerp in het parlement wordt goedgekeurd.