
Vlaamse energiemaatregelen
Minister-president Jan Jambon formuleerde eind september in zijn Septemberverklaring de maatregelen die de Vlaamse regering zal nemen in het licht van de energiecrisis. Intussen is er ook al meer geweten over de maatregelen die de overheid voorziet voor bedrijven in moeilijkheden.
Het Vlaamse maatregelenpakket voor bedrijven bestaat uit een tweeluik: enerzijds gaat het om leningen en waarborgen, anderzijds wordt er ingezet op premies en subsidies. Boerenbond is voorlopig positief over dit pakket, "al zal het nog wachten zijn op de concrete invulling van een aantal modaliteiten en randvoorwaarden vooraleer we de echte impact ervan kunnen inschatten", zegt Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens.
Leningen en waarborgen
De Vlaamse regering trekt 1 miljard euro uit voor leningen en waarborgen om onze Vlaamse bedrijven te ondersteunen. Het gaat hier enerzijds om een verderzetting van de bestaande Vlaio-overbruggingslening, een initiatief dat vormgegeven werd in kader van de oorlog in Oekraïne. In deze regeling moest echter rekening gehouden worden met een maximaal kredietplafond van 200.000 euro of 400.000 euro (afhankelijk van het aantal werknemers) en een terugbetalingstermijn van maximaal drie jaar. Op vraag van minister Jo Brouns trekt de regering dit plafond nu op naar 750.000 euro en werkt ze nu ook een nieuwe leningsvariant uit. Hier zou het gaan om een maximaal kredietbedrag van 2 miljoen euro (zonder negatieve uitzondering voor landbouw) en een terugbetalingstermijn van zes jaar. De langere terugbetalingstermijn in deze nieuwe variant is bijgevolg een stuk aantrekkelijker, maar de regeling dient nog aangemeld te worden bij Europa en zal daarom nog niet morgen voorhanden zijn.
Premies en subsidies
Naast de leningen en waarborgen voorziet de Vlaamse regering ook 250 miljoen euro aan subsidies en premies, om bedrijven te ondersteunen die erg afhankelijk zijn van energie. Bedrijven moeten echter verschillende zaken aantonen om in aanmerking te komen voor deze steun. Zo zullen ze moeten bewijzen dat ze vóór de crisis 'gezond en goed geleid' waren (hoe dat kan worden aangetoond is nog onduidelijk), en dat ze momenteel als gevolg van de hoge energieprijzen in de problemen zitten. Dat laatste zal geëvalueerd worden op basis van de operationele kasstroom, deze moet negatief zijn om aanspraak te kunnen maken op de steun. Deze eis wordt niet gesteld in het Europees kader, maar Vlaanderen legt die zelf op aan haar bedrijven. Daarnaast moeten bedrijven een energiekost van minstens 7500 euro in 2021 kunnen voorleggen, en moeten de energiekosten in vergelijking met 2021 meer dan verdubbeld zijn. Mogelijks worden zelfs nog bijkomende randvoorwaarden opgenomen.
Pas als aan al deze voorwaarden voldaan is, kan het bedrijf steun krijgen. Voor 'gewone' bedrijven zal de steun 25% bedragen van de meerkosten voor energie bovenop de verdubbeling van de energiekosten, en kan de steun maximaal 500.000 euro per kwartaal bedragen. Energie-intensieve bedrijven (bedrijven waarvan de energiekost meer dan 3% bedraagt ten opzichte van de productiekost), kunnen rekenen op een hoger steunpercentage van 30%, en een maximumplafond van 4 miljoen euro per kwartaal. Het rekenvoorbeeld (zie kader) kan voor verduidelijking zorgen.
In elk geval doet deze maatregel een hoge energiefactuur uiteraard niet volledig wegsmelten, maar kan dit wel een grote slok op de borrel schelen.
Voorwaardelijk positief
Boerenbond is tevreden dat de Vlaamse regering met een maatregelenpakket komt opzetten en hier ook een significant bedrag tegenover zet, al blijft het afwachten hoe alle modaliteiten worden vormgegeven. Pas wanneer dat duidelijk is, zullen we kunnen inschatten of alle land- en tuinbouwbedrijven die momenteel zware gevolgen van de crisis ondervinden voldoende ondersteund worden.
Daarnaast is het betreurenswaardig dat Vlaanderen bij het toekennen van premies en subsidies strikter is dan Europa vraagt. De eis voor een negatieve operationele kasstroom zorgt er immers voor dat heel wat bedrijven die het wel degelijk moeilijk hebben, toch uit de boot vallen.
Wanneer er concrete teksten voorhanden zijn en we meer zicht krijgen op de inhoud en impact van de maatregelen, houden we je hierover uiteraard verder op de hoogte.
Rekenvoorbeeld
Een fictief energie-intensief bedrijf (dat aan alle voorwaarden voldoet) betaalde in 2021 gemiddeld 50 euro per MWh voor gas. Nu koopt het gas aan voor 190 euro per MWh.
Het bedrijf kan steun krijgen op het bedrag dat meer is dan het dubbele van de kostprijs uit 2021, dus meer dan 100 euro per MWh (50 euro x 2). Er kan steun gekregen worden op het deel van de kosten dat méér is dan die 100 euro per MWh, dus op een kostenaandeel van
90 euro per MWh (190 - 100 euro). Aangezien het om een energie-intensief bedrijf gaat
wordt een steunpercentage van 30% gehanteerd. Daardoor kan het bedrijf rekenen op een steun van 27 euro per MWh (90 euro x 30%). Stel dat het bedrijf een gasvraag heeft van 10.000 MWh per kwartaal, dan kan het rekenen op een steun van 270.000 euro per kwartaal (27 euro per MWh x 10.000 MWh).
Heb je nog meer vragen rond energie? Of wil je beroep doen op de diensten van het energieloket van Boerenbond?