door droogte gebarsten grond

De droogte in cijfers

Het recentste Agrometeorologisch bericht van Vito, KMI en CRA-W stelt dat de winter van 2024-2025 nat begon. "Maar vanaf februari werd het droger. Maart en april waren zelfs uitzonderlijk droog, vooral in het westen van het land."

Bron: Agrometeorologische berichten Vito

Winter en vroege voorjaar

De voorbije winter (december 2024 – februari 2025) was nat en somber. Na twee wintermaanden was het al duidelijk dat dit de achtste winter op rij zou zijn met meer neerslag dan gemiddeld. Daarmee evenaren we het absolute record van bijna een eeuw geleden (lente 1924– winter 1926).


December 2024 was droger dan gemiddeld, maar werd gevolgd door een zeer natte maand januari, waarbij het record van 2004 geëvenaard werd. Daarna volgde er terug een drogere maand februari. In totaal viel er de afgelopen winter 278,3 mm neerslag in Ukkel (normaal 228,6 mm) op 50 dagen (normaal 55,2 dagen). In het uiterste noorden en zuiden van het land viel er iets minder neerslag dan normaal tijdens de winter (Figuur 1). In het centrum van het land was het dan weer natter dan gemiddeld.


Zowel in december als in januari liet de zon zich maar weinig zien in Ukkel. De zonnigere maand februari kon niet voorkomen dat de winter als geheel een stuk somberder was dan gemiddeld. Uiteindelijk scheen de zon in Ukkel slechts 143u 45min (normaal 180u 17min).
De ganse winter wisselden warmere en koudere periodes elkaar af in Ukkel. Daardoor lag de uiteindelijke gemiddelde temperatuur van dit seizoen met 4,2°C dicht bij de normale waarde (4,1°C).

kaart neerslag winter 24 25

Figuur 1: Neerslaghoeveelheid tijdens de winter 2024-2025 (links) en vergelijking met de normaalwaarde (rechts) (Bron: KMI)

maart

Maart 2025 was een zeer droge en zonnige maand. Er viel slechts 7,8 mm neerslag in Ukkel (normaal 59,3 mm). Ook overal elders in het land lag het neerslagtotaal voor maart zeer ruim onder de normale waarde (Figuur 2). Naast droog was maart ook uitermate zonnig met in totaal maar liefst 199u 12min zon (normaal 125u 45min). In Ukkel wisselden warmere en koudere periodes elkaar af (Figuur 3). Door het iets grotere aantal warmere dagen en vooral door de hogere maxima, lag de uiteindelijke gemiddelde maandtemperatuur met 8,3°C wel boven de normale waarde (normaal 7,1°C).

kaart neerslag maart

Figuur 2: Neerslaghoeveelheid in maart 2025 (links) en vergelijking met de normaalwaarde (rechts) (Bron: KMI)

evoltutie temperatuur voorjaar 25

Figuur 3: Gemiddelde dagelijkse temperatuur in Ukkel in maart 2025 in vergelijking met de normaalwaarde (Bron: KMI)

april

In april viel er slechts 20,0 mm neerslag in Ukkel (normaal 46,7 mm), verspreid over 7 dagen (normaal 13,2 dagen). Ook elders in het land was het droog (Figuur 4). De minste neerslag viel aan de kust en in de Polders, slechts zo’n 20% van de normale hoeveelheid. Enkel in het Land van Herve en de streek tussen Gileppe en Warche viel er meer neerslag dan normaal.
April 2025 was ook een zeer zonnige maand met in Ukkel in totaal maar liefst 248u 41min zon (normaal 171u 16min). April 2025 was net zoals maart een droge en zonnige maand, maar het was ook een warme maand. Op 12 april werd zelfs al de grens van 25°C bereikt. Dit werd meteen de vroegste eerste zomerdag sinds het begin van deze waarnemingen in 1892. Het grootste deel van de maand scoorden de temperaturen in Ukkel hoger dan normaal (Figuur 5). Hierdoor kwam de gemiddelde maandtemperatuur (12,3°C) ook boven de normale waarde uit (10,4°C).
 

kaart neerslag april

Figuur 4: Neerslaghoeveelheid in april 2025 (links) en vergelijking met de normaalwaarde (rechts) (Bron: KMI)

grafiek temp april 2025

Figuur 5: Gemiddelde dagelijkse temperatuur in Ukkel in april 2025 in vergelijking met de normaalwaarde (Bron: KMI)

Hoe droog was dit voorjaar?

In Figuur 6 wordt het neerslagtotaal van de voorbije 90 dagen (SPI-3 index) voor gans België weergegeven in vergelijking met de normale waarde. De relatief natte winter hield de waterreserves nog goed op peil, maar vanaf half februari nam de index gaandeweg af. In de eerste helft van april belandden we alweer in een droge situatie. Sinds begin mei is het uiterst droog.
Ruimtelijk zijn er wel wat verschillen, blijkt uit Figuur 7, die de SPI-3 index (droogte-index) op 10 mei weergeeft. Vooral in het westen van het land is het uiterst droog. Elders is het overwegend droog. Op korte termijn is er weinig beterschap op komst, voorspelt het KMI, en zal het ook verder naar het zuiden toe uiterst droog worden.
In Vlaanderen geldt sinds de tweede helft van maart trouwens code geel voor droogte. De droogte heeft gezorgd voor een snelle daling van de waterpeilen en afvoeren in zowel bevaarbare als onbevaarbare waterlopen. Op de meeste plaatsen in Vlaanderen liggen de oppervlaktewaterpeilen momenteel (begin mei) nog binnen de normale waarden voor de tijd van het jaar, op enkele locaties zijn deze laag. De grondwaterstanden vertonen een wisselend beeld. Ze zijn laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar in het westen en noorden van Vlaanderen. In het oosten van Vlaanderen, waar het meer geregend heeft, variëren de grondwaterstanden van laag tot hoog. In de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen zijn plaatselijk tijdelijke onttrekkingsverboden van toepassing vanaf 9 mei 2025.

neerslag cumulatief

Figuur 6: Evolutie van het neerslagtotaal van de voorbije 90 dagen (SPI-3 index) voor gans België in vergelijking met de normale waarde (Bron: KMI)

droogte index

Figuur 7: Droogte-index (SPI-3), situatie op 10 mei 2025 (Bron: KMI)

De vegetatie-index

De NDVI vegetatie-index (Normalized Difference Vegetation Index) is afgeleid uit Sentinel-3 satellietbeelden. Hij geeft het verschil in reflectie weer tussen zichtbaar en nabij-infrarood licht. De index is erop gebaseerd dat vegetatie een groot deel van het zichtbare licht gebruikt voor fotosynthese, en het daardoor nauwelijks wordt teruggekaatst. Nabij-infrarood wordt daarentegen niet gebruikt door planten, en wordt teruggekaatst. 

In het begin van de winter scoorde de index nog flink boven de gemiddelde waarde, maar vanaf februari zagen we een afname. Normaal stijgt de index vanaf maart, doordat de gewasgroei herneemt. Dit jaar kwam die stijging pas in april op gang. 

De ruimtelijke verschillen zijn zichtbaar in Figuur 8, die de vegetatie-index van de maanden maart en april vergelijkt met het langjarig gemiddelde. In West-Vlaanderen lag de index in maart op veel plaatsen al onder het gemiddelde (rode en oranje zones op de kaart). In april was dit ook in de meeste andere regio’s het geval. Enkel in de Kempen en in delen van de Zandstreek leken de gewassen het plaatselijk iets beter te doen.

Figuur 8: Relatief verschil van de vegetatie-index (NDVI, afgeleid uit Sentinel-3 beelden) ten opzichte van het langjarig gemiddelde voor maart (links) en april 2025 (rechts). De witte zones op de kaart zijn niet meegenomen in de analyse aangezien het aandeel van de landbouwgewassen hier minder dan 20% bedraagt. (Bron: VITO)

 

Dit artikel is gebaseerd op de Agrometeorologische Berichten, situatie op 1 mei 2025. 

Lees hier het volledige artikel.