
Knolcyperus, een groeiende bedreiging
De druk van knolcyperus vormt een groeiend probleem. Door zijn ondergrondse knolstructuur en groot regeneratievermogen vraagt deze snel uitbreidende cypergrassoort om een doordachte en geïntegreerde aanpak. Tijdig ingrijpen en een goede hygiëne zijn de sleutels tot succesvolle beheersing.
Jan Vancayzeele, consulent boomkwekerij
Tijdens de studiedag ‘Geïntegreerde beheersing van knolcyperus’, die op 28 maart plaatsvond in Gent, werden de bestrijdingsmogelijkheden toegelicht.
Herkenning
Knolcyperus behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae) en is een meerjarige plant die zich vooral vegetatief verspreidt via ondergrondse uitlopers en knolletjes. Het blad is grasachtig en staat in een rozetvorm, terwijl de stengel karakteristiek driehoekig van vorm is. De bloeiwijze is geelbruin en relatief onopvallend, maar de plant vormt ondergronds honderden knolletjes per seizoen, wat de bestrijding aanzienlijk bemoeilijkt. De knolletjes kunnen jarenlang in de bodem overleven en opnieuw uitlopen bij gunstige omstandigheden. Dit maakt knolcyperus tot een zeer persistent onkruid dat zich moeilijk laat uitroeien. Bovendien ‘liften’ de knolletjes mee met werktuigen en plantaardig materiaal naar nog niet besmette percelen.
Verspreiding en risico's
De verspreiding van knolcyperus vindt voornamelijk plaats via grondverzet, besmet plantmateriaal, machines en irrigatiewater. Vooral in vollegrondsboomkwekerijen, waar veel gewerkt wordt met externe aanvoer en machines, is het risico op insleep groot. Een enkele besmette plek kan zich zonder adequate aanpak in enkele jaren uitbreiden tot een volledig besmet perceel. Hou zeker ook grachtkanten in de gaten. Knolcyperus kan ook je perceel binnendringen vanuit een belendend besmet perceel. Zeker met de bredere bufferzones, waar geen chemische onkruidbestrijding meer kan gebeuren, vergroot dit risico.
Bestrijding
Een integrale benadering is essentieel om knolcyperus effectief aan te pakken. Volledige uitroeiing is op korte termijn zelden haalbaar, maar beheersing en beperking van verspreiding zijn wel degelijk mogelijk. Hygiëne is cruciaal. Reinig machines grondig na gebruik op besmette percelen en vermijd het gebruik van grond of plantmateriaal uit risicogebieden. Het middelenpakket tegen knolcyperus is beperkt. Sommige herbiciden laten wat effect zien, maar een volledige bestrijding wordt zelden bereikt.
Het is essentieel om nieuwe haarden vroegtijdig te herkennen. Pleksgewijze afbakening en bestrijding van beginnende besmettingen in de vollegrondsboomkwekerij is een effectieve en duurzame methode om uitbreiding te voorkomen. Markeer duidelijk de besmette plekken. Snelle isolatie voorkomt grootschalige besmetting. Hoewel bestrijding in de praktijk moeizaam verloopt, zijn er een aantal technieken beschikbaar voor een pleksgewijze aanpak. Handmatige verwijdering is bij een beginnende aantasting essentieel. In proeven bleek één tot drie keer maaien per week de planten uit te putten en de besmetting te reduceren. Gerichte herbicidentoepassingen zijn een volgende stap, maar het middelenarsenaal is beperkt, zeker in de sierteelt. In België zijn volgens Fytoweb dimethenamid-P en pyridaat erkend in sierbomenteelt en ook glyfosaat als totaalherbicide. In mais zijn er wat meer mogelijkheden. Stationair stomen kan de knollenvoorraad snel en effectief reduceren en is een opportuniteit voor kleine haarden. Bodemontsmetting reduceert de knollenvoorraad snel en krachtig mits juist toegepast. Pleksgewijze thermische en elektrische onkruidbestrijding zijn momenteel nog in een experimentele fase maar lijken veelbelovend. Let op: herhaling is cruciaal. Eén behandeling is zelden voldoende.