machine zeeft en maalt boomkwekerijafval op het veld

Koolstofopslag als bijverdienste

Valt er van koolstofopslag een extra verdienmodel te maken? Een panel van deskundigen ziet daar mogelijkheden in.
Patrick Dieleman

Ines Verschaeve van Lidl zette meteen de toon. Deze winkelketen investeert samen met boeren in koolstofopslag in de bodem. Ze vertelde dat Lidl een projectconsortium opstartte samen met Boerenbond (BB), de Bodemkundige Dienst van België (BDB), Boerennatuur Vlaanderen (BNV) en Rikolto. Lidl engageerde zich om financiële steun te bieden aan het consortium en de resultaten te communiceren naar het grote publiek alsook wereldwijd binnen de hele Lidl-groep. Zorg voor het klimaat is een van de actiedomeinen binnen de Corporate Social Responsibility (CSR)-strategie van Lidl. Het project begeleidt landbouwers naar een duurzamere bedrijfsvoering en stimuleert hen om CO2 op te slaan in hun bodems, houtkanten en bomen. In het kader kan je lezen wat elk van de andere partners doet. 
 

Ines Verschaeve van Lidl

De partners binnen Koolstofboeren

Lidl stelt middelen ter beschikking en communiceert over de resultaten van het project, zowel nationaal als internationaal.
BDB begeleidt landbouwers en monitort hun CO2-voetafdruk. Het ontwikkelde een tool om de koolstofbalans en broeikasgasimpact van akkers en graslanden te berekenen.
BNV begeleidt landbouwers en bekijkt hoe naast koolstofopslag ook andere ecosysteemdiensten kunnen worden meegenomen. Daarnaast leidt het de ontwikkeling van een duurzaam platform rond koolstofopslag en ecosysteemdiensten.
BB helpt bij het werven en selecteren van landbouwers en ondersteunt de uitwerking van het verdienmodel op basis van ervaringen met het Interreg-project Carbon Farming.
Rikolto staat in voor de communicatie en de vertaling van de resultaten naar haar netwerk en het bredere publiek.
 

Koolstof in de bodem

Mia Tits van BDB wees op de sterke daling van de koolstofpercentages in de Vlaamse bodems in de afgelopen dertig jaar. Dit is niet alleen het gevolg van de mestwetgeving, maar ook van de verschuiving naar gewassen die minder gewasresten achterlaten en van dieper ploegen, waardoor de aanwezige koolstof over een groter bodemvolume wordt verdeeld. Om dat te keren is koolstofopbouw nodig, maar dat is een werk van lange adem en vraagt een duurzame bedrijfsvoering op lange termijn. Bovendien komen de kosten voor de landbouwers op korte termijn, terwijl de voordelen (betere bodemvruchtbaarheid, bewerkbaarheid en vochthuishouding) pas later voelbaar zijn. “We beginnen bij geïnteresseerde landbouwers met een keukentafelgesprek. We bekijken samen welke maatregelen mogelijk zijn en welke ze haalbaar zien. Daarna selecteren we maximaal vijf percelen waar BDB grondstalen neemt.” Landbouwers kunnen kiezen uit: houtsnippers inwerken, grasklaver telen, extra stalmest en compost gebruiken, groenbedekkers inzaaien waar dat vroeger niet gebeurde, bloemenranden aanleggen en nieuwe teelten met lage stikstofbehoefte uitproberen. Let wel, voor de sierteelt zijn niet alle mogelijke maatregelen haalbaar. Lidl voorziet een vergoeding van maximaal 2.000 euro, waarmee in de praktijk maximaal één of twee maatregelen kunnen worden bekostigd. Vervolgens wil men inzicht krijgen in de koolstof- en lachgasbalans op het bedrijf door ieder jaar de belangrijkste processen rond koolstofopslag en de uitstoot van CO2 en lachgas in beeld te brengen. Voor koolstof spelen de afbraak van organische koolstof in de bodem en de opbouw ervan door gewasresten en bemesting, de opslag van koolstof in houtige gewassen (cruciaal voor boomkwekerij) en de aanvoer door carbonaathoudende kalk. Lachgas komt vrij bij afbraak van organisch materiaal in de bodem, organische bemesting en kunstmest.

houtsnippers spreiden

Voorbeelden

Karel D’hooghe uit Zele is een van de landbouwers die al in het project stapte. Hij getuigde hoe hij mais uit zijn teeltplan haalde en verving door grasklaver, en hoe hij de soja in het rantsoen van zijn melkvee verving door sojavervangers.
Leen Vervoort van BNV gaf aan dat ze aanvankelijk vooral naar energietoepassingen keken om beheerresten van houtkanten te valoriseren. Ondertussen hebben ze al een vijftiental projecten lopen waarbij houtsnippers ingezet werden voor bodemverbetering.
 

Verdienmodel

Jana Roels van Boerenbond stelde dat wie 1 ton stabiele koolstof in de bodem kan opslaan 3,7 ton CO2 uit de lucht haalt. “Dit verhoogt de vruchtbaarheid en de weerbaarheid van onze bodems en vertraagt de klimaatopwarming, maar biedt ook marktkansen. Die kunnen de transitie naar koolstoflandbouw versnellen. Je doet in eerste instantie aan koolstofboeren vanuit je eigen overtuiging en in het belang van je bedrijf en bodem Maar omdat deze aanpak ook voordelen biedt voor ons klimaat en de samenleving (de ecosysteemdiensten), kijken we ook naar de overheid en het bedrijfsleven om die transitie te ondersteunen.” 
De overheid biedt drie bedrijfsgebonden ecoregelingen aan. De eerste, het verhogen van organische koolstof via het teeltplan is niet echt geschikt voor de sierteelt. Maar het gebruik van producten met een hoog koolstofgehalte via stalmest/champost, compost of bedrijfseigen houtsnippers, is wel haalbaar (zie hieronder). Wie de streefzone voor het organisch koolstofgehalte haalt, kan jaarlijks 60 euro/ha extra krijgen. De perceelsgebonden ecoregelingen richten zich eerder op de landbouw, behalve voor wie zijn grond eens een jaar wil laten rusten. De private koolstofmarkt draait om bedrijven die willen uitpakken met CO2-neutrale producten. “Er is al een markt, maar wil die volop tot ontwikkeling komen, dan staan drie principes voorop: additionaliteit (de koper betaalt voor extra koolstofopslag), permanentie (de koolstof blijft vastgelegd) en transparantie. Ook een vrijwillige (niet-gecertificeerde) markt vraagt nog steeds rapportering en bewijs dat maatregelen werden toegepast. Openheid en communicatie zijn belangrijk.” 
Jana gaf drie voorbeelden van actieve platformen. Claire is een platform dat lokale vraag en aanbod voor koolstofcompensatie met elkaar verbindt. Meer info op claire-CO2.com. Arvesta heeft een Carbon Farming Club, gericht op akkerbouwers en groentetelers. Farmingforclimate.org is een initiatief van ouders van jongeren die deelnamen aan de klimaatmarsen van 2018/2019. Jana vindt het positief dat er heel wat initiatieven ontstaan, waardoor kopers en verkopers meer keuzevrijheid krijgen. Maar ze waarschuwde ook voor wildgroei en voor het risico dat de geloofwaardigheid van goede projecten kan lijden onder slechte voorbeelden. “Europa werkt aan een beleidskader: het Carbon Removal and Carbon Farming (CRCF) framework. De methodiek zou nog dit voorjaar klaar moeten zijn.”
 

houtsnippers op het veld

Ecoregeling verhogen koolstofgehalte via stalmest of houtsnippers

Ook in 2025 kunnen land- en tuinbouwers een subsidie aanvragen voor het verhogen van het koolstofgehalte door het aanbrengen van producten met een hoog koolstofgehalte, waaronder stalmest en houtsnippers. Het subsidiebedrag wordt toegekend als kan aangetoond worden dat minstens 10 ton stalmest of houtsnippers per hectare werd opgebracht. 

Bron: Agentschap Landbouw en Zeevisserij

Het agentschap vraagt de land- en tuinbouwers om foto’s te nemen als bewijs dat de stalmest of de houtsnippers werd opgebracht. Land- en tuinbouwers kunnen reeds starten met het opbrengen en onderwerken van stalmest en houtsnippers vóór de indiening van de verzamelaanvraag waarin ze de subsidie zullen aanvragen. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij wil geïnteresseerde landbouwers nu al informeren.
De foto moet genomen worden op het moment dat de stalmest of de houtsnippers worden uitgespreid, op het veld liggen of ondergewerkt worden. De foto moet duidelijk zichtbaar aantonen dat er stalmest of houtsnippers werden opgebracht.  

 

Hoe maak je een goede foto?

•    Neem foto’s met de LV-AgriLens app op het perceel.
•    Voorkeur voor één duidelijke overzichtsfoto per perceel 
•    De stalmest of houtsnippers en een groot deel van het perceel moeten duidelijk zichtbaar zijn op de foto.  
•    Iedereen met de LV-AgriLens app kan de foto nemen, ook loonwerkers.

Land- of tuinbouwers die geen gebruik maken van de LV-AgriLens app moeten ervoor zorgen dat het perceel kan geïdentificeerd worden aan de hand van de foto. Het wordt daarom aangeraden voldoende uit te zoomen en herkenningspunten zoals gebouwen, een kerktoren, …. in het beeld op te nemen. Het moet evenwel duidelijk zichtbaar blijven op de foto dat er stalmest of houtsnippers op het perceel werden gebracht.

Bron: Agentschap Landbouw en Zeevisserij