luchtfoto met allerlei percelen

Verzamelaanvraag 2024

13 maart 2024
Wat is er voor siertelers van belang en wat is er nieuw in het kader van de conditionaliteit? In dit artikel vatten we de belangrijkste informatie samen over niet-productieve elementen en gewasrotatie.

Niet-productieve elementen en arealen

De conditionaliteit legt op het vlak van biodiversiteit en landschap onder meer op dat een minimumaandeel van het areaal (bouwland) bestemd wordt voor niet-productieve arealen of elementen (NPE). Tot nu toe hadden land- of tuinbouwers twee opties om aan deze verplichting te voldoen:
-    minstens 4% van het bouwland als NPE aanhouden of;
-    minstens 3% van het bouwland als NPE aanhouden, aangevuld tot 7% met vanggewassen (met wegingsfactor 0,3).
In 2024  wordt er een nieuwe derde optie (uitzonderingsmaatregel) ingevoerd. Deze optie houdt in dat je kan voldoen aan de NPE-verplichting door het areaal overeenkomstig met 4% van je bouwland volledig in te vullen met vanggewassen (met wegingsfactor 1) of door 4% niet-productief areaal aan te houden of door een combinatie van beide. Het volstaat om aan een van de drie geboden opties te voldoen.
Aan deze conditionaliteitsvoorwaarde werd begin dit jaar nog een andere nieuwe vrijstelling toegevoegd. Bedrijven met niet meer dan 10 ha bouwland, waarvan minstens 50% van het bouwland areaal onder vaste overkapping is, worden vrijgesteld van deze NPE-verplichting.
 

Gewasrotatie

Vanaf 2024 geldt de conditionaliteit van gewasrotatie op bedrijfsniveau. Dit betekent dat je op minimaal 1/3 van je bouwland moet roteren. Dat kan door een andere hoofdteelt in te zaaien dan in het voorgaande jaar of door na de hoofdteelt van het voorgaande jaar, een tussenteelt van minstens 12 weken aan te houden (bij dezelfde hoofdteelt in 2023 en 2024). Aangezien bouwlandpercelen met meerjarige gewassen, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of braakliggend land niet hoeven te roteren, worden de percelen met deze teelten in het voorgaande jaar niet meegeteld voor het bepalen van het bouwlandareaal waarop de gewasrotatie moet plaatsvinden.
Gewasrotatie op perceelniveau treedt pas in voege vanaf 2025. Dit houdt in dat op een perceel slechts drie jaar na elkaar dezelfde hoofdteelt mag staan. Er wordt in 2025 dus gekeken naar de hoofdteelten die in 2022, 2023 en 2024 werden aangegeven in je verzamelaanvraag. Een tussenteelt telt in het geval van gewasrotatie op perceelniveau niet mee. Het kan belangrijk zijn om in je teeltplan voor 2024 al rekening te houden met deze voorwaarde. Let op, deze voorwaarde van gewasrotatie geldt niet voor meerjarige gewassen, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of braakliggend land.
Opgelet! De voorwaarde van gewasrotatie is opgenomen in de IPM-checklist. Dit betekent dat alle land- en tuinbouwers (ongeacht of ze GLB-premies krijgen of niet) zich aan deze voorwaarden moeten houden.

Wie is vrijgesteld van gewasrotatie?

De belangrijkste vrijstellingen van de gewasrotatievoorwaarde voor de sierteelt zijn: sierplanten in containers op een containerveld of in volle grond, teelten onder vaste overkapping in volle grond of vaste irrigatie voor knolbegonia. Percelen met meerjarige gewassen, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of braakliggend land (vanaf het tweede jaar) zijn ook vrijgesteld. Er gelden nog enkele vrijstellingen die hier minder ter zake doen.

Amelie Grammen, Landbouwadviseur SBB

planten van houtkant